Binnen de RVU-regeling kunnen werkgevers en werknemers afspraken maken over eerder stoppen met werken, zonder dat de werkgever hiervoor een boete verschuldigd is (RVU-heffing). De werkgever kan een maandelijkse RVU-uitkering van bruto € 2.182 per maand (2024) aan de werknemer uitkeren zonder boete of extra heffingen. Het totale bedrag voor drie jaar bedraagt maximaal € 78.552 (36 x € 2.182). De RVU-uitkering wordt gebruikt als aanvulling tot de AOW-leeftijd. Hierdoor wordt het eerder met pensioen gaan financieel een realistische optie voor de werknemer.  De voorwaarden om gebruik te kunnen maken van de RVU-regeling zijn:

Uitspraak van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. BPF Reisbranche heeft de werkgever (HaDer Development B.V.) aangeschreven en verzocht om een premie van € 820.997,- te betalen. Werkgever heeft aangegeven dat zij niet valt onder het verplichtstellingsbesluit van BPF Reisbranche. Vervolgens heeft de kantonrechter bepaalt dat de werkgever (gezien de werkzaamheden voor Prijsvrij) aan te merken is als reisagent maar de verplichtstelling is niet van toepassing omdat niet wordt voldaan aan het hoofdzakelijkheidscriterium.  In hoger beroep is het hof van oordeel dat de werkgever niet onder de werkingssfeer valt, ook niet wat betreft de werkzaamheden van Prijsvrij. Prijsvrij is één van de afnemers van Hader. Hader verzorgt IT-diensten. Hader ontwikkelt o.a. websites en verleent licenties aan afnemers die actief zijn in de reisbranche. HaDer bemiddelt niet bij het tot stand komen van overeenkomsten op het gebied van reizen zoals bedoeld in het verplichtstellingsbesluit. 

Bij een scheiding is er een afstortingsverplichting voor de dga met pensioenopbouw in eigen beheer (tenzij de continuïteit van de onderneming in gevaar komt). Ook moet er rekening worden gehouden met voor en na indexatie (als dit in de pensioenbrief staat).